Filosoferen op de basisschool
Aansluitend bij de ontwikkeling van de 21e Eeuwse Vaardigheden (SLO) krijgen de kinderen de mogelijkheid deel te nemen aan filosofische gesprekken. In die gesprekken en in de bijbehorende oefeningen leren zij kritisch denken, creatief denken, problemen oplossen, communiceren, samenwerken, sociale vaardigheden, …
Dit schooljaar krijgen alle leerlingen van groep 1 tot en met 8, lessen filosoferen.
Filosoferen gaat over denken. Over wat denken is en over leren denken. Kennisnemen van wat anderen denken. Bovenal over beter leren denken.
Elke les start vanuit een gezamenlijk ervaringsmoment. Een gebeurtenis in de actualiteit, een verhaal, een prentenboek, een voorwerp, een filmpje, …. We verkennen deze introductie, samen, alleen of in een groepje en zoeken naar ideeën en thema’s die hieruit voort komen. Hierna formuleren de kinderen of de leerkracht een filosofische vraag. Zo’n vraag moet interessant genoeg zijn voor een gesprek! Tijdens het gesprek komen verschillende filosofische thema’s ter sprake ( “Wat is goed”, “Moet je helpen?”), er wordt gevraagd naar verduidelijking (“omdat”, “want”), er wordt gezocht naar gezichtspunten en standpunten. De groep is een onderzoeksgroep waarin samen naar een mogelijk antwoord op de vraag wordt gezocht. Er wordt niet gediscussieerd of gedebatteerd. Het gesprek is een dialoog. Om het gesprek te verdiepen of op gang te helpen worden oefeningen gebruikt die het denken in gang zetten of verdiepen. Tijdens of na het gesprek wordt het gesprek besproken: “Hebben we iets geleerd? Begrijpen we wat gezegd is? Was het een goed gesprek? Wat kunnen we de volgende keer beter doen?”.
Door samen leren denken ontwikkelen kinderen denkvaardigheden. Zij gaan zelf beter denken. De kinderen ontdekken de wereld om hen heen en zichzelf. Zij ervaren dat anderen anders denken of dat zij anders denken… Zij denken kritisch na over wat zij denken of zeggen en bevragen anderen over hun gedachten.